Vrienden Gaan Voor

Vrienden Gaan Voor

Origineel: ‘Les Copains d’abord’ door George Brassens, zie beneden.

Zij hoorde niet thuis in de vloot
Van heer De Ruyter deze boot
Wat je ook in de havens hoort
In de havens hoort
Zij koos met trage vlag in top
Tussen de eenden ’t ruime sop
En was gedoopt Vrienden Gaan Voor
Vrienden gaan voor

Haar ‘fluctuat nec mergitur’
Was niet bepaald literatuur
En verder ook geen toverwoord
Ook geen toverwoord
De kapitein en zijn matrozen
Waren ook geen bollebozen
Maar maten van het beste soort
Vrienden gaan voor

Het waren ook niet zo’n titanen
Die zich Castor en Pollux wanen
Geen mannen van het hoogste woord
Van het hoogste woord
Ze hadden ook niet het égards
Van een Spinoza of Descartes
Maar sloegen zich er samen door
Vrienden gaan voor

Ze hoefden niet heilig te wezen
Geen bijbel hadden ze gelezen
Zij waren eigenwijs devoot
Eigenwijs devoot
Jan, Pier, Tjoris, allen die
Meevoeren was hun litanie
Hun Credo, hun Confiteor
Vrienden gaan voor

Bij maar een hint van averij
Zette hun vriendschap de zeilen bij
Die wees hen altijd richting noord
Altijd richting noord
En klonk het vrouw en kinderen eerst
Dan seinden zij elkaar beheerst
Want zij hadden heel goed door
Vrienden gaan voor

Als zij bij elkander kwamen
Dan waren zij compleet tezamen
Ontbrak er slechts één reisgenoot
Dan was hij dood
Maar nooit vergaten ze zijn stem
Of sloot het water boven hem
Afwezig zong hij in hun koor
Voor altijd aan boord

Ik ging met vele schepen mee
Maar slechts één voer recht door zee
Slechts één die nooit zijn koers verloor
Nooit zijn koers verloor
Die koos met trage vlag in top
Tussen de eenden ’t ruime sop
En was gedoopt Vrienden Gaan Voor
Vrienden gaan voor.

*

Les Copains d’abord

Door George Brassens. Verschenen op het album Les copains d’abord (1964)

Non, ce n’était pas le radeau
De la Méduse, ce bateau
Qu’on se le dise au fond des ports
Dise au fond des ports
Il naviguait en père peinard
Sur la grand-mare des canards
Et s’appelait les copains d’abord
Les copains d’abord

Ses fluctuat nec mergitur
C’était pas de la littérature
N’en déplaise aux jeteurs de sort
Aux jeteurs de sort
Son capitaine et ses mat’lots
N’étaient pas des enfants d’salauds
Mais des amis franco de port
Des copains d’abord

C’étaient pas des amis de luxe
Des petits Castor et Pollux
Des gens de Sodome et Gomorrhe
Sodome et Gomorrhe
C’étaient pas des amis choisis
Par Montaigne et La Boëtie
Sur le ventre ils se tapaient fort
Les copains d’abord

C’étaient pas des anges non plus
L’Évangile, ils l’avaient pas lu
Mais ils s’aimaient tout’s voil’s dehors
Tout’s voiles dehors
Jean, Pierre, Paul et compagnie
C’était leur seule litanie
Leur Credo, leur Confiteor
Aux copains d’abord

Au moindre coup de Trafalgar
C’est l’amitié qui prenait l’quart
C’est elle qui leur montrait le nord
Leur montrait le nord
Et quand ils étaient en détresse
Que leurs bras lancaient des SOS
On aurait dit les sémaphores
Les copains d’abord

Au rendez-vous des bons copains
Y avait pas souvent de lapins
Quand l’un d’entre eux manquait à bord
C’est qu’il était mort
Oui, mais jamais, au grand jamais
Son trou dans l’eau ne se refermait
Cent ans après, coquin de sort
Il manquait encore

Des bateaux j’en ai pris beaucoup
Mais le seul qu’ait tenu le coup
Qui n’ai jamais viré de bord
J’mais viré de bord
Naviguait en père peinard
Sur la grand-mare des canards
Et s’appelait les copains d’abord
Les copains d’abord

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *